To be or not to be: of meer alledaags: Moet ik, mag ik, wil ik of durf ik.
Het thema “moeten” speelt al een tijdje door mijn hoofd en lijf.
Soms heeft het moeten een positieve waarde: gezond eten, tandenpoetsen en beweging. Maar soms ook een negatieve bij dezelfde onderwerpen: ik wil af en toe al deze drie gewoon niet. Geen zin in. MOET ik mijzelf dan toch dwingen om het wel te doen of mag ik af en toe “spijbelen”?
Vaak krijg ik te horen dat ik veel moet van mijzelf. Is dat waar? Of lijkt dat voor een ander zo? Is uitdagingen aan mijzelf geven ook MOETEN? Of lijkt het hebben van een sterke innerlijke drijfveer voor een ander een opgelegd moeten? Natuurlijk vergeet ik wel eens dat ik ook mijn rust moet nemen om mijn brein en mijn lijf beter te laten functioneren.
Nee, ik MOET niet door blijven gaan met mijn praktijk nu mijn AOW in zicht komt. Maar ik WIL het wel erg graag. Omdat ik het werk nog veel te leuk vind, mijn lichaam het ook nog steeds kan en omdat ik nog niet uitgeleerd ben. Mijn Innerlijke Drive is er nog meer dan voldoende om verder te gaan. En ik heb nog heel veel zin in de uitdaging die de cursus “Zin vol – Vol zin Hoe dan? “ mij biedt.
Toch is de grens tussen moeten, de door mij zelf opgelegde druk, mijn streven naar verder groeien in mijn vak, mijn criteria over hoe vaak de wc schoon gemaakt moet worden of de tuin gedaan moet worden, hoe veel tijd ik reserveer voor wandelen, het koor waar ik bij ben, et cetera een alledaagse oefening in op een dun koord dansen. Een puzzel die boeiend en soms verrekte lastig is en blijft.